Vermits het hier gaat om terugkerende patronen (nl de driehoeken) maak ik deze eerst in karton, inclusief naadwaarde. Op die manier kan ik snel het patroon overnemen op mijn stof om te gaan knippen.

Maar allereerst het patroon uittekenen op centimeterpapier.

Bij het knippen van de stoffen moet je altijd goed kijken naar de richting van je stof.

Als je een tekening of patroon hebt ook goed kijken dat je tekening rechtop staat en dat deze tekening in het midden van je vlag komt. Zorg dat alles in de juiste richting geknipt wordt.

En nu knippen maar. Om een slinger te maken met 20 vlaggen heb je 40 driehoeken nodig.

Vooraleer we gaan keren moeten we het overschot van de top afknippen zodat we een mooie punt hebben van onze vlag.

Mocht ik dit niet doen dan hebben we veel stof op een kleine oppervlakte en krijgen we een bolle onderkant in plaats van een punt.

Eens gekeerd kun je op een milimeter van de rand nog een sierstiksel geven, dit zorgt voor een propere afwerking en minder strijkwerk bij het uithalen van de slinger op een volgend feestje.

Zonder dat extra stiksel kan de vlag nog verschuiven en heb je geen mooie effen vlag

Ik stik eerst alle vlaggen vast met een hulpstiksel op de open biais. Dat hulpstiksel vgebruik ik om ervoor te zorgen dat de driehoeken niet verschuiven bij.

Ik stik eerst alle vlaggen vast met een hulpstiksel op de open biais. Dat hulpstiksel vgebruik ik om ervoor te zorgen dat de driehoeken niet verschuiven bij.

Ik heb 5 cm gelaten tussen 2 driehoeken door.

Als laatste stiksel plooi ik de biais in 2 en werk ik de slinger mooi af op een mm van de rand.

Naast driehoeken kun je allerhande andere vormen gebruiken voor je slinger zoals rechthoeken, halve cirkels of waarom niet met cactussen of lama’s, geen idee is te gek.